VS 2020: geld in de campagne

Leestijd: 4 minuten

Nergens gaat zoveel geld in om als in de campagne voor de Amerikaanse verkiezingen. Het campagneteam van Biden geeft dit jaar mogelijk meer dan 1 miljard dollar uit. Waarschijnlijk besteedt Trump tegen de 700 miljoen dollar. Deze enorme hoeveelheden geld helpen de presidentskandidaten in hun strijd zichzelf en hun standpunten te presenteren aan de Amerikaanse kiezers. En niet onbelangrijk, het helpt ook tegen het geweld van de negatieve spotjes die de andere partij uitzendt.

Biden spot over eenheid, werkgelegenheid en corona.
Trump spot over de economie en corona.

Bodemloze put van de campagne

Er is veel dus geld nodig voor de campagnespotjes online en op tv. Daarnaast kost de get-out-the-vote (GOTV) operatie heel veel geld. Beide partijen zetten deze op om bij kiezers huis-aan-huis langs te gaan en deze te overtuigen naar de stembus te gaan. Zo’n GOTV-campagne is bijna een militaire exercitie en zonder grote schatkist komt een kandidaat niet ver.

Campagnes beschikken over betaalde campagneleiding. Ook hebben ze voor het grondwerk campagne-ruimtes nodig voor vrijwilligers, opiniepeilers en natuurlijk campagnemateriaal (folders, petjes, pennen, vlaggetjes). Bovendien wil een campagne ook voor zijn vrijwilligers zorgen met eten en drinken. Om succesvol te zijn als kandidaat moet een campagne aanwezig zijn in tenminste alle swing states.

Biden spot gericht op vrouwelijke kiezers.
Trump spot over veiligheid en BLM-protesten.

Bedelen om geld

Voormalig president Ronald Reagan zie ooit eens gekscherend: “het schijnt dat de politiek het één na oudste beroep van de wereld is. Nou ik vind dat het verdomd veel lijkt op het oudste lijkt”. Daarbij dacht hij ongetwijfeld aan de vele fondsenwerf-activiteiten die een kandidaat moet organiseren en bezoeken om zijn of haar campagne te bekostigen.

Van grote campagne-bijeenkomsten waar de achterban campagnemateriaal kan kopen (t-shirts, petjes, buttons, posters, etc.) tot exclusieve etentjes met de presidentskandidaat: alles draagt bij aan de campagnekas. Grote donoren leveren nog steeds het grootste deel van het campagnegeld. Mensen die het maximale bedrag voor een campagne kunnen bijdragen. Dankzij het internet is het aantal kleine donoren met een bijdrage van minder dan 200 dollar gestegen naar zo’n 22 procent van de geldschieters. Kleine bijdragen zijn een goede graadmeter voor het enthousiasme over een kandidaat.

Maximale campagne-bijdrages per persoon.

Hoe bepalend goede fondsenwerving is, blijkt uit het feit dat de kandidatuur van huidige Democratische kandidaat voor het vice-presidentschap, Kamala Harris, tijdens de voorverkiezingen vanwege een geldgebrek nauwelijks van de grond kwam. Hierdoor kon zij zich slecht introduceren bij de kiezer. Daarom stopte zijn haar campagne eigenlijk al voor er gestemd werd.

Grote geld van de ongebonden groepen

Naast de campagnebudgetten van de kandidaten is er ook nog het geld dat buitenstaanders zoals politieke-actie-comités (PACs) of super PACs uitgeven. Deze groepen zijn formeel niet verbonden aan partijen of kandidaten. Zij kunnen daardoor vrijelijk geld besteden aan campagnespotjes voor of tegen een kandidaat of politiek onderwerp.

In de laatste jaren is het aantal ongebonden comités of actiegroepen en hun besteedbare budget enorm gegroeid. Deze groepen spenderen dit jaar 750 miljoen dollar om de verkiezingen te beïnvloeden. Aan Republikeinse zijde zijn dat organisaties als America First Action en Preserve America PAC die bijna 129 en 85 miljoen te besteden hebben. Voor de Democraten zijn American Bridge 21st Century en The Lincoln Project goed voor 73 en 67 miljoen dollar aan campagne uitingen. Kiezers worden in de laatste weken mede daardoor massaal bestookt met tv-spotjes en online reclames.

Lincoln Project campagnespot.
Lincoln Project campagnespot.

The Lincoln Project is als organisatie wel interessant om extra aandacht aan te besteden. Deze groep is niet zozeer pro-Biden als wel fel anti-Trump. De oprichter zijn allemaal Never Trump– of ex-Republikeinen. Veel van de oprichters hebben een lange loopbaan als politieke- en campagnemedewerkers voor succesvolle Republikeinen onder hen presidenten, senatoren en afgevaardigden. Hun campagnespotjes hielpen vanaf de jaren ’80 menig Democratische campagne vakkundig om zeep. Diezelfde vaardigheid zetten de groep nu in om Trump te wippen uit het Witte Huis.

Biden spot voorjaar over corona en China
Trump spot 47 jaar Biden in Washington.

Geld zegt niet alles

Zonder geld komt een presidentskandidaat niet ver, maar geld zegt niet alles. Zo had Clinton in 2016 als kandidaat een veel grotere campagnekas tot haar beschikking dan Trump. Door slecht gebruik van de grondcampagne en een gebrek aan enthousiasme voor haar als kandidaat bleek meer geld toch net niet voldoende te zijn.

Voor Trump geldt dit jaar iets soortgelijks: Trump heeft tijdens de zomer tijdens de campagne heel veel geld uitgegeven. Zoveel uitgegeven zelfs dat in september de bodem van de schatkist in zicht kwam. Gelukkig voor Trump waren enkele grote donoren bereid zijn campagne te steunen door via ongebonden groepen veel geld in de verkiezingsrace te stoppen.

Uiteindelijk zal blijken dat een combinatie van organisatiegraad, enthousiasme en de actuele politieke issues de doorslag geven. En niet te vergeten: geld. Dat die andere zaken mogelijk maakt. Op of na 3 november zullen we zien wie dit jaar van alles het meeste had.

Terug naar boven
%d bloggers liken dit: