Wie er gaat stemmen bepaalt in de Verenigde Staten, meer dan in andere landen, welke kandidaat gaat winnen. Natuurlijk is het altijd zo dat wanneer de achterban van een kandidaat thuisblijft deze verliest. Toch is het in Amerika van extra belang vanwege de gemiddeld matige opkomst. Hoewel dit jaar alle opkomstrecords lijken te breken. Iets waarover ik eerder al schreef in mijn artikel over de swing states.
Stemmen is een klusje
Stemmen in de Verenigde Staten is een klusje. Meer dan dat het is een behoorlijke opgave. Allereerst moet de kiezer zich registreren en deze registratie vervalt soms al na enkele keren niet stemmen. De precieze regels verschillen van staat tot staat. Net zoals de mogelijkheid om het de kiezer gemakkelijk te maken te registreren bij het verlengen van bijvoorbeeld het rijbewijs.
Tegenwoordig kunnen kiezers in 40 staten ook online registreren. Per staat wisselt het tot wanneer een kiezer zich kan registreren. In sommige staten kan dit op de dag van de verkiezingen bij het stemmen.
Naast registratie is stemmen zelf ook iets waar de gemiddelde kiezer wel een half uur aan kwijt is. Afhankelijk van het jaar stemt deze namelijk niet alleen op de president, maar ook voor de senator (iedere 6 jaar), de afgevaardigde (iedere 2 jaar) en vele lokale politici zoals gouverneurs en burgemeesters. Ook zijn er met enige regelmaat lokale of deelstaat referenda. Ieder jaar op de eerste dinsdag na de eerste maandag in november zijn er verkiezingen.

Get-out-the-vote
In een gepolariseerd land als de Verenigde Staten gaat de strijd bijna altijd tussen 2 partijen: de Democraten en Republikeinen. Twijfelende en onafhankelijke kiezers overhalen tijdens huis-aan-huis-campagnes levert veel minder op dan de eigen achterban te mobiliseren. In een poging zoveel mogelijk mensen zover te krijgen op hun kandidaat te stemmen, zetten beide partijen uitgebreide zogeheten get-out-the-vote-campagnes op.
Veel duizenden vrijwilligers bellen met of kloppen aan deuren van geregistreerde partijgenoten. Daarbij vraagt de vrijwilliger niet alleen of iemand al heeft gestemd of (nog) gaat stemmen. Er wordt ook gevraagd of de kiezer weet bij welk stemlokaal deze moet zijn en wanneer de kiezer van plan is te stemmen.
Als een kiezer hulp nodig heeft om bij het stemlokaal te komen dan regelt de campagne een ophaalservice. Kiezers krijgen ook nog het verzoek 5 vrienden of familieleden te vragen om op hun kandidaat te stemmen. Een operatie die vaak met militaire precisie wordt uitgevoerd. Wie het beste zijn of haar kiezers naar de stembus krijgt die wint.
Voter suppression
Naast de eigen kiezer naar de stembus krijgen, is het onderdrukken van de stem van de kiezer van de tegenstander een andere tactiek. Eentje die partijen al sinds het begin van de republiek gebruiken. Berucht zijn de potten met snoepjes waarvan zwarte kiezers in het zuiden van de VS, tot in de jaren ’60, moesten raden hoeveel erin zaten voordat zij konden stemmen.
Tegenwoordig zijn de maatregelen subtieler. Omdat veel Democraten zwart of latino zijn of in de grotere steden wonen is het verminderen van het aantal stemlokalen een veel gebruikte strategie. Hierdoor ontstaan lange wachtrijen voor het stemmen en dit ontmoedigt kiezers te gaan stemmen. In Texas en Georgia (beide Republikeins bestuurd) moesten mensen soms tot wel 11 uur wachten om te kunnen stemmen.
Als de verkiezingen op 3 november too close to call zijn dan zal de strijd over welke poststemmen wel en niet geteld mogen worden in alle hevigheid losbarsten. Nu al hebben de Republikeinen in Pennsylvania, North Carolina en Wisconsin, staten die Trump in 2016 won, geprobeerd de deadline voor ontvangst en meetellen van poststemmen te beperken. Hierin zal de rol van het Hooggerechtshof mogelijk interessant blijken: bepalen de opperrechters straks net als in 2000 wie de volgende president is?
Lees ook:
Welke achterban komt stemmen?
De Republikeinse achterban is conservatiever, witter en religieuzer dan de Democratische achterban. Voor die laatste geldt dat zo’n 60 procent van de kiezers wit is en zo’n 40 procent zwart, latino of een andere etnische minderheid. Bij Republikeinen is dat ongeveer 88 en 12 procent. Conservatieve en vooral evangelicale christenen stemmen massaal op de Republikeinse partij, zelfs nu Trump weer de kandidaat is. Ruim een derde van de Republikeinse kiezers behoorde in 2016 en ’18 tot deze groep. Bij de Democraten was dat ongeveer 7 procent terwijl een krappe 40 procent niet-kerkelijken op deze partij stemt.
Natuurlijk is het niet zo dat alle witte kiezers Republikeins stemmen en alle latino’s Democraat. Cubaanse-Amerikanen stemmen bijvoorbeeld in meerderheid Republikeins. Net als Vietnamese-Amerikanen een uitzondering zijn bij de overwegend Democratisch stemmende Aziatische-Amerikanen.
De Democratische partij moet het bij verkiezingen voornamelijk hebben van brede coalitie van vrouwen, zwarte en latino kiezers, jongeren, LHBTIQ+-Amerikanen en in toenemende mate ook van Aziatische-Amerikanen. Mannen en dan vooral witte mannen stemmen, ongeacht hun opleiding, in grotere mate Republikeins.
Dan is er nog 1 groep die nog niet genoemd is: oudere Amerikanen en dan vooral witte 65+-ers. Deze groep stemt al jaren het beste. Opkomst verschilt per staat maar behoort tot de hoogste van alle kiezerscategorieën. Deze groep stemde in meerderheid op Trump in 2016. Of dat in 2020 ook zo is, blijft een spannende vraag. Het hoge aantal corona-doden en de manier waarop de regering Trump de coronacrisis aanpakt, kan weleens de bereidheid Republikeins te stemmen doen verminderen. Samen met de, in een eerder artikel genoemde, suburban women zijn dit de kiezers om op te letten.
Interessant is te zien welke groepen kiezers dit keer anders hebben gestemd dan in 2016. Voor sommige groepen zoals vrouwen (de meerderheid van de kiezers!), witte mannen en oudere kiezers heeft een kleine verschuiving al grote gevolgen. U bent gewaarschuwd!